Onder meer Nederlandse grootbanken kunnen dit jaar op winstherstel rekenen, voorspellen analisten bij Deutsche Bank.
ING, ABN AMRO en Rabobank stoppen waarschijnlijk veel minder geld in de stroppenpot, is de verwachting. Dat geeft de winstgevendheid een boost.
In de eerste helft van 2020 zetten de grote Nederlandse kredietverleners vanwege de coronacrisis miljarden opzij voor slechte leningen.
Dit jaar ziet er zonniger uit voor de grootbanken dan het crisisjaar 2020. Dat schrijven analisten bij Deutsche Bank in een onderzoek over de Europese bankensector.
De kenners voorzien een aanzienlijk winstherstel, omdat banken veel minder geld opzij hoeven te zetten voor leningen die mogelijk nooit worden terugbetaald. Dergelijke voorzieningen gaan direct van de winst af.
Dat geldt in het bijzonder voor de grootbanken in de Benelux zoals ING, ABN AMRO en Rabobank, maar ook voor kredietverleners in Duitsland, Zwitserland en Scandinavië, aldus het onderzoek van Deutsche Bank.
Banken in bovengenoemde landen lieten in de eerste negen maanden van 2020 de voorzieningen voor slechte leningen met zo’n 300 procent oplopen vergeleken met 2019, berekenden de analisten van Deutsche Bank.
De kredietverleners kozen er destijds voor om extra conservatief te zijn in hun schattingen over hoe hard de coronacrisis het leningenboek zou raken. In de eerste helft van 2020, toen de eerste lockdowns afgekondigd werden en er nog geen zicht was op vaccins, was er veel onzekerheid over hoe hard de klap van de coronacrisis aan zou komen.
Maar de angsten voor een totale economische ineenstorting bleken achteraf overdreven. Dankzij grootschalige steun van overheden en centrale banken bleven de werkgelegenheid en kredietverlening in Europa enigszins op peil. De industrie herstelde in een rap tempo na massale sluitingen van fabrieken in het voorjaar.
Dit alles zorgde voor opluchting bij de banken, die in het derde kwartaal van 2020 aanzienlijk minder geld in de stroppenpot stopten. Dat patroon was duidelijk te zien bij ING en ABN AMRO:
In de eerste helft van 2020 zetten ING en ABN Amro bijna 2 miljard euro opzij voor leningen die mogelijk niet meer terugbetaald worden. In het derde kwartaal ging er veel minder de stroppenpot in, respectievelijk 469 miljoen euro bij ING en 270 miljoen euro bij ABN AMRO.
Ook Rabobank nam een forse voorziening in de eerste twee kwartalen van 2020: 1,4 miljard euro. De bank publiceert zijn resultaten alleen op halfjaarlijkse basis, dus het is nog onbekend hoeveel er in het derde kwartaal opzij werd gelegd.
De analisten bij Deutsche Bank verwachten dat de trend van dalende voorzieningen ook dit jaar doorzet, wat goed zal uitpakken voor de winstgevendheid in de bankensector.
Uiteraard is deze voorspelling afhankelijk van het verwachte herstel van de economie. Deutsche Bank gaat er vanuit dat de economische groei in de eurozone dit jaar 5,6 procent bedraagt. Of deze groei daadwerkelijk gehaald wordt, hangt af van het verdere verloop van de coronapandemie en de vorderingen bij het vaccineren.